Het spijt me zo, lief mannetje

Het spijt me zo, lief mannetje..

Ik keek vanuit het hoofdeind van je bed naar beneden. In dat grote ziekenhuisbed leek je ineens weer zo ontzettend klein. Ik aaide door je bezwete bol met haar. Ik vertelde je dat we bij je waren. Jouw liefste papa deed hetzelfde naast me. Want deze keer waren we duidelijk; wij houden hem niet vast tenzij het echt noodzakelijk is. Zolang dat niet is, zijn wij er alleen voor troost. Maar lief mannetje, het spijt me zo dat ik je hier weer doorheen heb moeten laten gaan vandaag..

Je zit de hele week niet lekker in je vel. Je bent gespannen, de epilepsie rommelt meer dan gebruikelijk en je kan weinig hebben. Wát het is kunnen we de vinger niet op leggen, dát er iets is weten we zeker. In de loop van de week krijg je diarree, waarna je ontlasting 2 dagen stopt. Je lijkt last van je buik te hebben en doet extreme plassen. We dweilen het op onder je rolstoel waar het in grote hoeveelheden terrecht komt, dwars door een luier, kleding en stoel heen. We sukkelen wat door tot vanochtend oma, waar je logeerde, ons belt. Ze twijfelt, je bent inmiddels echt niet meer jezelf en iets is er niet goed. We komen meteen naar je toe en zien ook meteen wat ze bedoeld. Je lijkt nu écht pijn te hebben en de epilepsie is goed vertegenwoordigd.

We nemen je mee naar huis, waar de pijn alleen maar toe lijkt te nemen. Inmiddels krijs je al kronkelend alles aan elkaar, en weet je echt niet meer waar je het zoeken moet. Papa en ik kijken elkaar aan en weten dat hier een grens ligt. Bellen, nu! We beginnen met de HAP, waar gelukkig onze eigen huisarts dienst heeft. Zij vind het niet nodig dat we eerst daarheen komen en we bellen dus meteen de kinderarts. We mogen gelijk die kant op. Dat scheelt in ieder geval weer 1 ritje.

Eenmaal in het ziekenhuis wordt je vrij snel onderzocht. Ze zien duidelijk dat het écht niet lekker met je gaat en maken direct een plan. De pijn lijkt zich te focussen op je onderbuik. Er zal een echo komen, urine opgevangen worden en een bloedafname plaatsvinden. En vrijwel meteen wordt ook verteld dat als daar niets uitkomt, je opgenomen zal worden ter observatie omdat er iets echt niet oké gaat.

De echo is gelukkig snel. Je doet het knap, maar vind het spannend en met momenten duidelijk erg pijnlijk. Wat opvalt is dat je blaas extreem vol zit en je darmen niet al te actief zijn. Verder ziet het er goed uit gelukkig. Op de afdeling kwam de kinderarts nog eens aan je buik voelen. Je blaas is enorm… En de aanraking daar gigantisch pijnlijk. Op dat moment weet de dokter genoeg. Dit is het probleem. Je blaas zit veel te vol en plassen lukt je niet. Dit geeft koliekpijn. Wat een soort golvende pijnscheuten veroorzaakt. Omdat obstipatie (verstoping van de darm) dit kan veroorzaken, besluiten ze een hoogopgaande klysma te zetten in de hoop dat de blaas weer ruimte krijgt en je weer zal kunnen plassen. Lukt dat niet, zal ook nog een katheter volgen..

Ik keek vanuit het hoofdeind van je bed naar beneden. Al het personeel van de kinderafdeling, 4 man in totaal, hield je vast en brachten een klysma in. 2 wanhopige oogjes keken me aan. Maar vrij snel leek je je over te geven aan wat moest gebeuren. De greep kon worden verslapt en als de held die je bent onderging je deze nare gebeurtenis. We legden je over in een fijner bed en kwamen bij je. Je lijfje vol kippenvel, je huid lijkbleek.. We aaiden en susten terwijl de oorlog in je buikje losbarstte. Als vanzelf ging je puffen. Kind, wat was je weer dapper. En de klysma had resultaat.. Nu was het alleen nog afwachten of je hierdoor ook zou kunnen gaan plassen. Je kreeg hiervoor nog 3 kwartier. Langer wachten zou onverantwoord zijn. En hoewel we je een katheter dolgraag wilde besparen, wisten we ook dat we op een bepaald punt niet meer anders zouden kunnen.

Ik keek vanuit het hoofdeind van je bed naar beneden. 5 man sterk hield je vast. Papa en ik stonden bij je hoofd en sustten en kusten waar we konden. Een katheter was niet meer te voorkomen. Ik zag al die witte jassen en paarse handschoenen je vechtende lijfje tegenhouden, terwijl er pijnlijke handelingen werden uitgevoerd. Machteloos vocht je door. Vechtend tegen het onrecht wat je werd aangedaan. Want dat is het. Onrecht. Kon ik je maar vertellen dat we dit écht alleen maar doen zodat je je beter kan gaan voelen. Maar lief mannetje, het spijt me zó. Dat ook dit weer bij jou moet gebeuren. Dat er weer een trauma aan je lijstje moet worden toegevoegd.

En daar gebeurd het. Voor het állereerst. Ik loop de kamer uit.. Ik kon het niet meer zien. Niet meer horen. De handen die je vechtende lijfje vasthielden, de pijn in je ogen,het wanhopige, diepe gillen. Papa kijkt me aan. En ik weet dat het moet. Ik wil er met alles in me voor je zijn, maar mijn eigen emotie neemt het voor het eerst in 6 jaar even over. Ik loop weg. Huilend. Vloekend. Want je verdiend verdomme zoveel meer dan dit. En terwijl ik aan de andere kant van de afdeling je gekrijs nog steeds hoor, voel ik me meteen schuldig. Ik moet verdomme bij je zijn. Ik kom bij je terug en neem je in mijn armen om niet meer los te laten. Want lief mannetje, wat spijt het met toch.

Een halve liter leverde de katheter op. Een enorme hoeveelheid voor deze leeftijd. Man, wat moet dat naar zijn geweest. En nu maar hopen dat dit het is geweest. Een verstopping écht de oorzaak is dat je blaas dienst weigerde, en je het nu weer zelf gaat doen. Inmiddels zijn we thuis en heb je met vlagen nog behoorlijk pijn. Wat een intense ervaringen zijn het weer geweest. We moeten allemaal weer even herstellen.

Plaats een reactie