De zwangerschap en een zorgintensief kindje

Jens zijn kleine zusje mag inmiddels al 31 weken in mijn buik groeien. Tijd om weer eens een uitgebreidere blog te schrijven over hoe het met ons gaat.

De zwangerschap zelf verloopt gelukkig goed, onze kleine meid lijkt het allemaal prima te doen daarbinnen. Zelfs de controles na onbedoeld harde trappen van Jens in mijn buik waren prima in orde. Jens op zijn beurt aait hele dagen mijn buik, wil niet dat er anderen aan komen en kroelt het liefst met zijn bolletje tegen mijn blote, bolle buik. Snappen dat er een babytje aan komt doet hij niet, maar hij voelt denk ik wel dat er iets in die buik gebeurd. Hij is nu al de liefste grote broer van de wereld.

Lichamelijk is het hebben van een zorgintensief kindje in combinatie met de zwangerschap best pittig. Die buik veroorzaakt regelmatig problemen in de zorg voor Jens. Vooral de combinatie van de lichamelijke onrust en aanvallen van spierspanning, waarbij ik hem het liefst dichtbij me neem om hem rust te bieden, leveren een risico op voor het kleintje in mijn buik. Naast hem liggen in bed tijdens de slapenloze nachten waarbij hij extreme onrust en verdriet laat zien, zijn te gevaarlijk nu. En ook die 25 kilo tillen, vind mijn lichaam minder prettig. De zorg voor Jens is niet voor niets intensief genoemd, en hoe verder de zwangerschap vordert, hoe intensiever het voor mij wordt. Gelukkig hebben we veel goede hulp om ons heen. En is die buik maar tijdelijk.

Ik merk aan mezelf dat ik het geestelijk ook wat zwaarder krijg. De onzekerheid over herhaling bij een tweede kindje was eerder een puur hypothetische zorg. Nu wordt het tastbaarder. Het niet weten, nu niet, maar ook na de geboorte niet, maakt dat ik me zorgen maak hoe ik daarmee om zal gaan. Of ik bij alles wat enigszins te vergelijken is met Jens bang zal zijn dat dit meisje hetzelfde heeft, of dat ik het redelijk los zal kunnen laten. Bij Jens openbaarde de eerste klachten met een half jaar. Maar pas later werd de totale impact duidelijk. Hoe ga ik om met die onzekerheid, zal ik haar niet beperken door mijn eigen angst en in hoeverre kan ik het gewoon maar per dag bekijken zoals ik graag zou willen.

Maar gek genoeg is er ook onzekerheid en vragen over het (waarschijnlijkere) scenario dat dit kindje gezond is. Hoe gaan we daar mee om, in combinatie met Jens? Hoe leggen we haar op den duur uit wat haar broer heeft? Hoe zorgen we dat we haar niet tekort doen door de dingen die Jens niet kan? En hoe leg je aan een kind uit dat we met Jens dingen anders zullen aanpakken dan met haar? Komt ze geen zorg, liefde en aandacht tekort? Hoe gaan we de zorg voor Jens combineren met de zorg voor zijn zusje?

De hapklare antwoorden op die vragen hebben we nog niet. Maar als altijd blijven we met elkaar in gesprek, en zullen we steeds als de tijd rijp is, samen op zoek gaan naar een passend antwoord. Liefde hebben we in ieder geval genoeg te verdelen. En ik geloof dat we steeds weer zullen leren. ‘Een mens lijdt het meest door het lijden dat hij vreest’ , zegt mijn moeder altijd. Dag voor dag, uur voor uur, gaan wij er vast wel komen met zijn viertjes.

Plaats een reactie